Gouden olympische hockeymedaille voor Pien Sanders extra motivatie Ik zie thuis nu dagelijks heel tastbaar waarvoor ik het allemaal doe

Ik zie thuis nu dagelijks heel  tastbaar waarvoor ik het allemaal doe

“Eigenlijk moet ik nu stoppen, dat moet je immers op je hoogtepunt doen zeggen ze altijd. Maar nee, da’s een grapje, laat ik dat maar niet doen.” Woorden uit de mond van Pien Sanders na haar olympische medaille in Tokyo met de hockeydames. Van stoppen is zeker geen sprake. De sportieve honger is nog niet gestild. Zo ontbreekt een gouden WK-plak. De uitdaging dan ook voor dit sportjaar.

Pien Sanders noemt de Spelen in Tokyo ‘megagaaf’ en ‘de mooiste tijd van mijn leven’. “Mijn droom is overtroffen. Het smaakt dan ook naar meer. In Parijs ben ik er weer heel graag bij. En dan als het even kan met publiek. Dat lijkt me nog een extra dimensie.”

Welke woorden komen als eerste bij je boven als je terugdenkt aan Tokyo?

“Trots en enthousiasme. Ik ben ongelooflijk trots op hoe we in Japan hebben gespeeld, op basis van een hele enthousiaste beleving met z’n allen. Iedereen beleefde volop plezier, iedereen was in vorm, alles viel in Tokyo op z’n plek. En dat straalden we ook uit, zo kregen we van iedereen te horen.”

Geoliede machine

In aanloop naar de Spelen winnen de dames het EK. “Ook toen waren we de sterkste. Maar op de Spelen waren we overduidelijk de beste. Je kunt lelijk winnen en je kunt mooi winnen. Tijdens het EK hadden we onze topvorm nog niet te pakken. Dat was ook niet gepland. Dat toernooi wilden we natuurlijk wel winnen, maar stond aan de andere kant volledig in het teken van voorbereiding op de Spelen. We wonnen wel, maar niet altijd even makkelijk en fraai. In Tokyo wonnen we mooi, we speelden ons beste hockey, we domineerden de wedstrijden volledig. Als team vormden we een echte eenheid, we waren een geoliede machine.”

Aanvallende stijl

Sinds 2010 komt Pien Sanders uit voor Den Bosch en in 2017 debuteert ze in de Nederlandse hockeyploeg. Pas kort voor de Spelen voelt ze zich zeker van een plek in de olympische selectie. “Ik heb me steeds subdoelen gesteld: eerste interland, eerste toernooi, goed spelen, basisplaats afdwingen en dan mee naar het grootste sportevenement van de wereld, de Spelen. Ik heb naar mijn mening vooraf aan de Spelen een goed EK gespeeld. Daar heb ik voor mijn gevoel de selectie voor de Spelen afgedwongen. Ze konden niet meer om me heen”, aldus Pien Sanders, uit wiens mond je zeker niet optekent dat ze vast in de basis van Oranje hoort. Wel zegt ze: “Als ik nu gewoon in vorm ben dan heb ik inmiddels het niveau dat voldoende is voor Oranje. En dan draag ik ook mijn steentje aan de prestaties bij. Verdedigen wordt vaak gezien als saai. Maar ik heb me als verdedigster een aanvallende stijl eigen gemaakt. Met risicovolle passes, waaruit goals voortkomen. Ik durf te stellen dat ik net iets aanvallender ben dan de meeste andere verdedigsters.”

Contrast groot

In Tokyo is ook haar vriend Thijs van Dam actief, als speler van het heren hockeyteam. Beiden worden ze afgelopen sportjaar Europees kampioen. Maar op de Spelen in Tokyo is het contrast groot. Terwijl Thijs samen met de andere hockeymannen na een slechte poulefase en de verloren kwartfinale tegen Australië naar huis moet, zet Pien Sanders met haar teamgenoten de jacht op goud glorieus verder.

De enorme teleurstelling bij Thijs ervaart Pien Sanders op het moment zelf in Tokyo als ‘superlastig’. “We hadden beiden een doel, beiden gingen we voor een plak. Voor mij was dat goud, en voor Thijs een medaille. We hebben er beiden knetterhard voor gewerkt. Maar de mannen zijn tijdens de Spelen geen moment zichzelf geweest. Heel jammer. Ik was blij dat ik hem kon opvangen. Ik heb Thijs nog nooit eerder zo teleurgesteld gezien, hij zat er helemaal doorheen.”

Goud enige dat telt

Veel tijd om haar vriend te ondersteunen heeft Pien Sanders evenwel niet. De knop moet om, de focus moet op haar eigen presteren met de Oranje-dames voor wie goud het enige is dat telt. Ze belooft Thijs dan ook dat die gouden plak mee naar huis komt. En zo geschiedt. Na winst in de halve finale op Groot-Brittannië wordt in de finale afgerekend met Argentinië. Pien Sanders: “Het was al een droom om deel te nemen aan de Spelen en dan meteen goud!”

Het olympische succes smaakt naar meer. De gouden medaille is een bron van inspiratie. “Ook voor Thijs”, zo verzekert Pien. “Terug in Nederland hebben we veel gesproken over zijn teleurstelling en mijn succes. Natuurlijk was hij blij voor mij. Hij was écht trots. En hij gaf aan zich met nog meer gedrevenheid op Parijs te richten. Met mijn gouden medaille in ons huis is niet alleen voor mij, maar ook voor Thijs heel tastbaar een geweldige motivator liggen. We zien dagelijks waarvoor we het allemaal doen.”

Hockey bij iedereen op 1

Dit sportjaar is het hoofddoel bij Oranje het WK. De vorige wereldkampioenschappen, in 2018, heeft Pien Sanders gemist. In een voorbereidingswedstrijd tegen Argentinië loopt ze een hersenschudding op. “Een gouden WK-plak ontbreekt dus nog. Ik ga vanzelfsprekend alles op alles zetten om er bij te zijn. Met ook nu weer als doel om goud te winnen”, aldus Pien Sanders, die met haar club Den Bosch opnieuw het te kloppen team is in de Nederlandse titelstrijd. “Veel mensen beschouwen dat als een vanzelfsprekend, maar bijvoorbeeld Amsterdam zit ons op de hielen. We moeten echt wel aan de bak. Zeker ook omdat we een niveau willen hebben waarmee we de concurrentie de hoop ontnemen om ons te verslaan. We doen er alles aan om zelf te winnen. Het mag niet zo zijn dat net als een paar jaar geleden Amsterdam de landstitel wint. We hadden toen echt het gevoel dat zij ‘ons goud’ pakten.”

“We zijn bij Den Bosch altijd bezig met hoe we ons kunnen verbeteren. We kijken altijd de beelden van de wedstrijden terug. Ook als we met grote cijfers hebben gewonnen bekijken en bespreken we wat beter kan. Dat moet ook de instelling zijn. We willen én moeten altijd op scherp staan. Bij de dames zijn we allemaal fulltime met hockey bezig. Dat is essentieel in mijn ogen om internationaal tot successen te komen. Wil je tot topresultaten komen dan moet bij iedereen hockey op 1 staan.”

Terug