Olympische titel drukt tot op de dag van vandaag op schouders van Esmee Visser “Ik ben een gevoelig persoon, ik wil niemand teleurstellen”

Plots is daar Esmee Visser. Zes weken terug in de tijd weet ze nog niet eens wanneer de Olympische Spelen precies zijn. In de schaatswereld kennen ze haar natuurlijk al wel, als talent voor de verdere toekomst. Voor het Nederlandse sportpubliek is ze een grote onbekende. Tot die vrijdag 16 februari 2018. Esmee Visser rijdt in PyeongChang de snelste tijd van allemaal op de 5.000 meter en is Olympisch kampioen.
Deelnemen aan de Olympische Spelen is voor Esmee Visser al vele jaren een droom. Zoals voor veel jeugdige sporttalenten. Een keer deelnemen, dat is de grote wens. In gedachten leven de Spelen van 2022 in Beijing. Dat ze de Winterspelen van PyeongChang haalt, nee, dat zit ook niet in de eigen planning. Het doel is in het Olympische seizoen een keer een wereldbekerwedstrijd rijden. Maar die vrijdag in PyeongChang rijdt de ene na de andere schaatster zich stuk op de tijd van Esmee Visser. Oók drievoudig Olympisch kampioen Martina Sablikova.
Voor de leeuwen gegooid
Van het ene op het andere moment verandert het leven van het jonge talent compleet. “Dat is zeker een feit. In de eerste week merk je dat nog niet zo. Je leeft nog in de bubbel, in de tunnel van het evenement. Je denkt dan soms zelfs dat je je normale leven thuis weer gewoon kunt oppakken. Maar dat is niet zo, blijkt snel.”
“Totaal onverwacht werd ik Olympisch kampioen. Ineens werd ik voor de leeuwen gegooid en moest ik het met al die aandacht maar uitzoeken, mijn weg zoeken. Waar voorheen bij wijze van spreken niemand lette op wat ik zei of deed, kwam nu alles in de publieke schijnwerper. Terwijl ik graag diezelfde onbevangen Esmee Visser wilde zijn als voor het winnen van het Olympisch goud, maar dat kon blijkbaar niet meer.”
Aan stand verplicht
Wat Esmee Visser vooral ervaart sinds haar Olympische titel is de druk van het moeten presteren. Tot op de dag van vandaag, zo geeft ze aan. Ik herinner me een gesprek van mij met haar een aantal maanden na het gouden succes. Esmee Visser zegt dan: “Ik snap dat de buitenwereld dingen van mij verwacht, maar ik probeer die verwachtingen voor mezelf binnen de juiste grenzen te houden. Ik heb helemaal niet het gevoel dat ik aan mijn stand verplicht ben te moeten winnen. Ik zie me nog steeds als een talent, dat zich aan het ontwikkelen is en in dat proces nog gewoon fouten mag maken. Ik wil mezelf vooral de tijd gunnen. Het hoeft nu nog niet allemaal, want ik heb nog een lange carrière voor me liggen.”
Deze woorden (lees: voornemen) ten spijt, tussen de oren speelt bij Esmee Visser weldegelijk met regelmaat ‘de plicht van het moeten winnen’. En dat heeft soms een verkramping tijdens wedstrijden tot gevolg, waardoor ze (ver) onder haar niveau blijft. Zoals vlak voor dit gesprek. Tijdens het NK Afstanden in Heerenveen wordt Esmee Visser slechts elfde op de 3.000 meter. “Mensen in mijn omgeving zeggen dat ik al die randzaken gewoon uit mijn hoofd moet zetten, maar zo simpel gaat dat niet. En ik weet ook wel dat ik die verwachtingen, die druk me helemaal zelf opleg. Dat is de aard van het beestje. Zoals ook het verantwoordelijkheidsgevoel dat ik heb naar mijn sponsors en ook naar de organisaties die mij inzetten voor het bereiken van hun doelen. Ik ben een gevoelig persoon, ik wil niemand teleurstellen.”
Met behulp van psycholoog
Esmee Visser geeft aan wel goede stappen te zetten in ‘het handlen van alles’. “Ik word langzaam maar zeker sterker, kan ook beter en beter met veranderende omstandigheden en tegenslagen omgaan.” Met behulp van onder meer een psycholoog. “Dat ik daarvan gebruik maak is in feite heel logisch. Je traint je fysieke, je technische vaardigheden, je uithoudingsvermogen, waarom dan niet je mentale skills”, vertelt Esmee Visser, die niet lang na de Spelen van 2018 ook een manager in de armen neemt, Bart van Schijndel van Sport Stories. “In de eerste maanden deed mijn vader dat, maar gelet op wat er allemaal op je afkomt bleek dat voor hem teveel van het goede. Heel begrijpelijk. Mijn manager kan het nu mooi in de juiste banen leiden.”
En dan: “Het mooie van de gouden plak op mijn eerste Spelen is dat ik vanaf dat moment van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken. Elke dag kan ik bezig zijn met dat wat ik het leukste vind, trainen op het ijs, trainen in het krachthonk, trainen op de fiets. Dat geeft mij enorm veel plezier”, vertelt Esmee Visser, die ook op het punt staat om haar studie farmaceutische wetenschappen af te ronden. “Nog anderhalf vak en dan ben ik klaar. Tussen het schaatsen door ben ik daarmee druk bezig. Wellicht steek ik er wel te veel tijd in. Maar ook dat komt door de aard van het beestje: ik ben heel perfectionistisch. Dat merk ik ook nu weer. Ik moet een artikel schrijven en weet van geen ophouden. Telkens opnieuw voeg ik er nieuwe tekst aan toe, telkens opnieuw wil ik het verbeteren. En eigenlijk zou ik er gewoon een eind aan moeten breien.”
Het grote doel
Dit pre-olympische seizoen is, als corona het toelaat, het WK Afstanden in Beijing het hoofddoel. Volgend seizoen gaat ze als titelverdedigster opnieuw naar de Spelen. “Als ik me kwalificeer”, stelt Esmee Visser meteen het voorbehoud. “Als Nederlander heb je in de schaatssport natuurlijk met veel concurrentie te maken. Inmiddels telt Nederland ook op de lange afstanden veel toppers. Aan de ene kant is dat ideaal, je stuwt elkaar naar grotere hoogte. Aan de andere kant kan een mindere dag tijdens het kwalificatiemoment fataal zijn voor je deelname aan de Spelen.”
“Neemt niet weg dat ik elke dag train om mezelf te verbeteren, om toe te werken naar de Spelen. Dat is en blijft elke vier jaar het grote doel. Maar om te zeggen dat alles om de Spelen draait, dat gaat mij zeker veel te ver. Ik zeg altijd: elke titel is mooi. Zo vind ik mijn Europese titels in 2018 en 2020 op de 3.000 meter en mijn nationale kampioenschappen in 2020 op zowel de 3.000 als 5.000 meter ook super gaaf. En ik heb nog geen wereldtitel. Die voeg ik ook graag toe aan mijn erelijst.”
Wellicht dit seizoen, in Beijing op de Olympische baan, als opwarmer voor de Spelen van volgend jaar? Esmee Visser zwijgt … Om de druk niet verder op te voeren heel verstandig.
Terug