Diede de Groot op jacht naar nieuwe successen Ik ben altijd nog even hongerig

Ik ben altijd nog even hongerig

Diede de Groot zet afgelopen sportjaar een hele bijzondere prestatie neer. Ze wint als 24-jarige rolstoeltennisster de vier grand slam-toernooien en de paralympische titel, opgeteld de zogeheten golden slam. In 1988 is de Duitse Steffi Graf de laatste die dat – in het valide tennis – lukt. Wie denkt dat de honger van Diede de Groot nu is gestild, heeft het helemaal mis. Dit sportjaar gaat ze met volle overgave op jacht naar nieuwe successen. En ook maakt ze zich sterk als voorvechtster voor haar zo geliefde tennissport en als ambassadrice voor de Esther Vergeer Foundation.

Waarmee wordt Diede de Groot het liefst gefeliciteerd: met de gouden olympische medailles – ze won naast de individuele titel ook het dubbelspel samen met Aniek Koot – of met het behalen van de golden slam? “Dan kies ik voor de olympische medailles”, zegt Diede de Groot, na enige bedenktijd. Om in één adem te vervolgen met: “En daarna meteen ook met de golden slam.”

Bizarre tijden

De unieke prestaties van Diede de Groot blijven in ons land niet onopgemerkt. De aandacht en waardering zijn groot. “En dat was ook al in aanloop naar de Spelen zo. Oók in de maanden vooraf aan Tokyo ben ik geleefd. Het is een erg drukke tijd geweest. In Tokyo was mijn voornemen om me alleen op het tennis te focussen, maar er was zoveel media-aandacht. Zeker na die eerste gouden medaille, in de dubbel met Aniek. En dan te bedenken dat ik twaalf uur later alweer op de baan stond voor de individuele finale. Eigenlijk bizar.”

Over bizar gesproken: na het succes in Tokyo stapt Diede de Groot de volgende dag het vliegtuig in op weg naar New York voor haar deelname aan de US Open. “Da’s inderdaad niet minder bizar. Op een gegeven moment wist ik niet meer wat onder en boven was. En het trok maar door. Na New York had ik zes tennisvrije dagen, maar vijf daarvan waren helemaal vol gepland met allerlei activiteiten. Van huldigingen tot openingen en media-optredens.”

Veel druk

De US Open-titel is voor Diede de Groot, die eerder in het jaar ook de andere grand slams wint: Australian Open, Rolland Garros en Wimbledon. Het binnenhalen van de golden slam is een feit. Het lijkt Diede de Groot allemaal als ‘vanzelf’ te gaan, maar in werkelijkheid brengt het veel druk met zich mee bij de hoofdrolspeler. “Zeker. Ik zit inmiddels in de fase dat alles behalve goud als verliezen wordt beschouwd. Zo ervaart de omgeving dat, maar ik zelf eerlijk gezegd ook. Winnen is voor mij inmiddels heel normaal, en verliezen bijzonder. Voor de buitenwereld, maar zelf wilde ik in Tokyo ook heel graag. Ik wilde daar stralen.”

Moeilijke momenten

Het wordt stralen, van oor tot oor. Maar op weg naar het succes kent Diede de Groot moeilijke momenten. “Met volop stress, volop twijfelmomenten. Soms gingen gedachten door mijn hoofd als ‘ik mag niet verliezen’. Dat werkt natuurlijk niet positief, bovendien kost het veel energie. Ook voor andere grote wedstrijden heb ik dat weleens, maar nu was het toch wel van een grotere omvang. Zoals tijdens de Spelen alles groter is.”

En: “Een week voor vertrek ben ik in mijn rolstoel tegen een muur gereden. Ik was aan het inrollen, maar met mijn gedachten al zo bij de Spelen dat ik niet oplette en met mijn hoofd tegen de muur botste. Ik had vier dagen hoofdpijn, het was een lichte hersenschudding. Vervolgens zag ik drie dagen voordat ik naar Japan afreisde een scheur in het frame van mijn stoel. Dat moest dus halsoverkop worden gerepareerd. Het zijn voorvallen die toch wel even heel duidelijk maken dat niets vanzelfsprekend is, dat er op weg naar je doel veel mis kan gaan. Met volop stress tot gevolg. Maar nu, achteraf bekeken, maakt tegenslag het succes alleen maar mooier.”

Samen winnen geeft speciaal gevoel

Niet alleen haar individuele olympische titel, zeker ook de dubbel met Aniek Koot geeft Diede de Groot veel voldoening. “Het is een heel speciaal gevoel om samen te winnen. Met z’n tweeën hebben we er de voorbije jaren heel veel tijd en energie ingestoken om op elkaar ingespeeld te raken. Door de vele partijen samen voelen we elkaar inmiddels goed aan. En dan is het toch wel heel leuk om in een hoofdzakelijk individuele sport samen te winnen.”

Zichzelf verbeteren

Dit sportjaar gaat Diede de Groot weer op jacht naar nieuwe successen. “Ondanks dat ik veel gewonnen heb, ben ik altijd nog even hongerig. Ik wil me verder verbeteren. En dat moet ook wel, want ik voel steeds nadrukkelijker dat de concurrentie alles op alles zet om mij te verslaan. Iedereen wil mij als de nummer 1 van de wereld kloppen. Ik weet ook dat ze keihard trainen om bepaalde skills te verbeteren. Ze willen mijn niveau bereiken. Dat betekent dat ik me ook verder moet ontwikkelen om de beste te blijven. En dat daarvoor ben ik zeker nog altijd ontzettend gemotiveerd.”

Meer ruimte op grand slams

Niet alleen als sporter wil Diede de Groot zich onderscheiden, ze maakt zich ook sterk voor de verdere ontwikkeling van de tennissport voor mensen met een beperking. “Ik zet me met een paar anderen in om meer ruimte te krijgen voor ons op de grand slams. Nu mag alleen de top 8 deelnemen, een mooie stap zou al zijn als dat bijvoorbeeld de beste twaalf zijn. Een groter veld biedt meer concurrentie, en meer concurrentie stuwt het niveau omhoog. We willen graag kleine stappen maken, zoals deze. Maar de organisatoren van de grand slams zien het blijkbaar als iets heel groots. Ze gaan er vooralsnog niet in mee.”

Esther Vergeer Foundation

Ook steekt Diede de Groot graag tijd en energie in haar ambassadeurschap voor de Esther Vergeer Foundation, die zich inzet om kinderen met een lichamelijke beperking ‘gewoon’ te laten sporten bij verenigingen. “Bijna 70% van deze kinderen geeft aan zich eenzaam te voelen. De Foundation streeft ernaar dat ze kunnen sporten bij een gewone vereniging, net als ieder ander kind. Sport geeft zelfvertrouwen en ik draag dan ook graag een steentje bij om het doel van de Foundation verder te realiseren. Ik merk dat kinderen het prachtig vinden om te zien hoe snel je in een rolstoel kunt bewegen en hoe hard je een bal kunt slaan. Zo help ik ze kansen voor de toekomst te laten zien.”

Terug