Geloof geeft Ceylin del Carmen Alvarodo extra kracht Het duwtje van God

Het duwtje van God

Als je gelooft in de grootheid van God, is alles mogelijk. Het is vrij vertaald de tekst op het briefje dat Ceylin del Carmen Alvarado van haar moeder krijgt, meteen nadat ze de wereldtitel veldrijden heeft veroverd in het Zwitserse Dübendorf. De regerend wereldkampioene gelooft zeker, in God én zichzelf. En net als Mathieu van der Poel wil ze in meerdere wielerdisciplines op het hoogste niveau van zich doen spreken. 

Ceylin del Carmen Alvarado heeft alles in zich om uit te groeien tot een sportvedette en -idool. Ze heeft een lichaam dat gemaakt is voor topsport en een dito mentaliteit. Met haar persoonlijkheid en zelfvertrouwen heeft ze veel mooie jaren voor de boeg. Bovendien heeft de vriendelijke en charmante renster de x-factor en spreekt mensen aan. Maar vraag je of ze zich al de leading lady van het veldrijden voelt, dan merk je ook een zekere mate van bescheidenheid. “Ik ben wereldkampioen, heb eind 2020 ook de Europese titel gepakt en win dit seizoen tal van andere grote wedstrijden, maar om te spreken over leading lady? Nee, zo wil ik het zelf nog niet noemen. Wellicht als ik dit veldritseizoen blijf winnen en ook weer de wereldtitel pak. Ja, dan zou ik me voortaan de leading lady van het veldrijden mogen noemen.”

Vele jaren was Marianne Vos de koningin van het veldrijden. “Marianne is een groot voorbeeld voor mij. Ik heb tot op de dag van vandaag veel bewondering voor haar als sportster. Als je ziet hoe bevlogen zij is en hoeveel ze heeft bereikt, in het veld, op de weg en de baan. Ongelooflijk. Natuurlijk heb ik heel lang tegen haar opgekeken. Ik was nog een jong meisje toen zij haar eerste van zeven wereldtitels pakte in het veld. En dan komt er plots een moment dat je niet alleen met Marianne in dezelfde wedstrijd zit, maar dat je haar ook voorbij rijdt. Die eerste keer herinner ik me nog goed. Heel speciaal.”

Echt heel tof

Op vijfjarige leeftijd komt Ceylin del Carmen Alvarado vanuit de Dominicaanse Republiek naar Nederland en woont ze tot voor kort in Rotterdam. Inmiddels huist ze in België, samen met – haar vriend en ploeggenoot bij Alpecin-Fenix – Roy Jans. In 2020 beleeft ze de grote doorbraak als veldrijdster. Ze wint het Nederlands kampioenschap, het EK (Rosmalen) en WK (Dübendorf, Zwitserland).

Gelijk aan Mathieu van der Poel wil Ceylin del Carmen Alvarado niet alleen schitteren in het veldrijden, ook zij wil op de mountainbike en de wegfiets de wielerwereld veroveren. Ze plaatst wel meteen een kanttekening: het is haar doel, haar streven, maar of het ook gaat lukken, dat zal de toekomst uitwijzen. “Wat Mathieu doet is niet normaal. Hij pakt alles wat ie pakken kan. Dat is echt heel tof. Maar ik besef dat Mathieu een klasse apart is. Natuurlijk hoop ik net als hij succesvol te zijn in de drie disciplines, maar ik besef ook dat ik nog een flinke weg te gaan heb. Ik werk er keihard voor, maar het moet nog blijken of ik het allemaal wel kan.”

Gewoon tijd nodig

Het plan de campagne heeft Ceylin del Carmen Alvarado in grote lijnen al wel helder. “Op korte termijn is de belangrijkste focus nog op het veldrijden en tijdens de zomermaanden deelnemen aan mountainbikewedstrijden om ervaring op te doen en de eerste punten te scoren op de wereldranglijst. Ik ben benieuwd waar ik sta. Sommige mensen vragen: waarom neem je niet al deel aan de Spelen van dit jaar? Los van de vraag of ik me als Nederlandse al kan kwalificeren, komt dat in mijn ogen sowieso gewoon te vroeg. Ik heb zeker nog een aantal jaren nodig om op het gewenste niveau als mountainbikester te komen. Mountainbiken is niet alleen hard trappen, het vergt ook veel techniek en dat kost tijd. Vroeger was ik heel ongeduldig. Nu ben ik kalmer. Sommige zaken hebben gewoon tijd nodig.”

“Ik heb nog veel jaren te gaan als het goed is, maar dan moet ik niet forceren waardoor ik vroegtijdig opbrand. Ik neem liever de tijd. Ik wil me eerst op de mountainbike en later ook op de weg stap voor stap ontwikkelen. De Spelen van 2026 in Parijs, die komen wel mooi op tijd voor mij als mountainbikester. Ik wil niet naar de Spelen om enkel en alleen mee te doen. Nee, als ik ga dan ga ik om mee te strijden om de eerste plaats. Rijden in de top 10 is mooi, maar ik wil winnen.”

Keuzes maken

In het veldrijden is winnen inmiddels gewoon. De liefde voor het ‘geploeter in de modder’ is groot bij Ceylin del Carmen Alvarado. Hoe meer wedstrijden hoe liever. Maar ze weet dat als gevolg van haar ambities er in de toekomst keuzes gemaakt moeten worden die ten koste gaan van meerdere crossen. Zoals Mathieu van der Poel de voorbije jaren aan steeds minder veldritten deelneemt. “Dat zal niet meevallen, het zal ongetwijfeld een proces zijn, maar het is natuurlijk wel logisch. Je moet op tijd gas terugnemen om op de juiste momenten te kunnen pieken. Wil ik als mountainbikester succesvol zijn, en vervolgens ook op de weg, dan moet alles in een juiste balans worden gepland. Ik denk overigens wel dat het maken van keuzes, en het dus bijvoorbeeld laten schieten van veldritten, makkelijker is als je vervolgens ook daadwerkelijk je andere doelen realiseert. Neem Mathieu. Hij is inmiddels top in het mountainbiken, wint ook in die discipline grote wedstrijden. Op de weg geldt hetzelfde. Denk aan de Amstel Gold Race en de Ronde van Vlaanderen. Zo maak je je keuzes om veldritten te laten schieten niet voor niets. Een betere motivatie kun je niet hebben.”

Of toch? Het geloof? “Ik ben christelijk opgevoed en het geloof heeft me in meerdere perioden in mijn loopbaan al flink geholpen. Vaak op momenten van tegenslag, als gevolg van bijvoorbeeld blessures. Maar het mag niet zo zijn dat je alleen veel aandacht aan het geloof geeft als het niet goed gaat. Ik probeer ook op andere momenten de tijd te nemen voor bezinning en dankbaar te zijn. Ik kan niet precies omschrijven wat het geloof met mij doet, wat het precies voor mij betekent. Maar ik voel dat het me extra kracht geeft. Dat merk ik ook tijdens wedstrijden. Als ik er helemaal doorheen zit, geeft God net dat duwtje dat nodig is om toch nog net iets dieper tot het gaatje te gaan, om nog net toch te kunnen winnen.”

Terug